Het woord "nodo" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "nodo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈno.ðo/.
"Nodo" betekent letterlijk een "knoop" en kan in verschillende contexten worden gebruikt, waaronder de anatomie waar het verwijst naar lymfeklieren of zenuwknopen. Het woord "nodo" wordt in het Spaans vaak in zowel mondelinge als schriftelijke contexten gebruikt, met een lichte voorkeur voor geschreven teksten in medische of technische omgevingen. De gebruiksfrequentie is gemiddeld tot hoog, afhankelijk van de context.
El médico encontró un nodo en el examen físico.
(De dokter vond een knobbel tijdens het lichamelijk onderzoek.)
La red neuronal tiene múltiples nodos interconectados.
(Het neuronale netwerk heeft meerdere onderling verbonden knopen.)
In het Spaans bestaan er verschillende idiomatische uitdrukkingen die het woord "nodo" bevatten. Hier zijn enkele voorbeelden:
La situación estaba tan complicada que parecía imposible deshacer un nodo.
(De situatie was zo gecompliceerd dat het onmogelijk leek een knoop op te lossen.)
Nudo gordiano
(Gordiaanse knoop)
La solución a este problema es tan complicada como cortar el nudo gordiano.
(De oplossing voor dit probleem is net zo gecompliceerd als het doorhakken van de Gordiaanse knoop.)
Hacer nudos en el estómago
(Knoeien of zich ongemakkelijk voelen)
Het woord "nodo" komt van het Latijnse "nodus", wat "knoop" betekent. De ontwikkeling van het woord heeft zijn oorsprong in de beschrijving van een knoopachtige structuur.
Synoniemen: - Knoop (knoop van een touw of structuur)
Antonimen: - Deshacer (uit elkaar halen), wat het tegenovergestelde van een knoop of verbinding kan impliceren.
Door deze opsplitsingen in subsecties kunnen lezers snel de relevante informatie over het woord "nodo" vinden.