Het woord "nono" is een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "nono" is [ˈno.no] in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA).
In het Spaans kan "nono" verwijzen naar "nee" in een kindertaalcontext, waarbij kinderen het gebruiken om iets af te wijzen. Het kan ook een term van genegenheid zijn voor een grootvader of als een bijnaam voor een oudere man. De gebruiksfrequentie van “nono” is meer prominent in gesproken taal, vooral onder kinderen en in informele situaties.
"El niño dijo nono cuando le ofrecieron verduras."
(Het kind zei nee toen hem groenten werden aangeboden.)
"Mi nono siempre me cuenta historias divertidas."
(Mijn grootvader vertelt me altijd grappige verhalen.)
"Nono" wordt niet vaak aangetroffen in verschillende idiomatische uitdrukkingen, maar kan wel geïntegreerd worden in meer casual of kinderlijke taalgebruik. Hier zijn een paar zinnen:
"El perrito no quería comer, así que su dueño dijo nono."
(De puppy wilde niet eten, dus zei zijn eigenaar nee.)
"Mi nono siempre tiene una sonrisa y un nono cuando le pido ayuda."
(Mijn grootvader heeft altijd een glimlach en zegt nee als ik om hulp vraag.)
"Cuando le pregunté si quería hacer los deberes, solo respondió con un nono."
(Toen ik hem vroeg of hij zijn huiswerk wilde maken, antwoordde hij alleen met een nee.)
Het woord "nono" komt van de informele variatie van het Spaanse woord voor 'nee', dat 'no' is. Het is genoemd naar het kinderachtige of speelse gebruik van de taal.
Synoniemen: - No - Negativo (in context)
Antoniemen:
- Sí (ja)
- Afirmativo (bevestigend)