"Noviembre" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "noviembre" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /no.βjem.βɾe/.
Het woord "noviembre" vertaalt naar "november" in het Nederlands.
In het Spaans verwijst "noviembre" naar de elfde maand van het jaar, november. Het woord wordt zowel in mondelinge als in geschreven context vaak gebruikt, vooral in de context van data, seizoenen, en feestdagen. Het gebruik is redelijk frequent in zowel spreek- als schrijftaal.
In november veranderen de bladeren van de bomen van kleur.
Mi cumpleaños es en noviembre.
"Novembre" is in het Spaans minder gebruikelijk als onderdeel van idiomatische uitdrukkingen vergeleken met sommige andere maanden, maar toch zijn er een paar uitdrukkingen die het woord bevatten:
In november is elke dag een gift.
"Noviembre, el mes donde todo parece más gris."
November, de maand waarin alles grijzer lijkt.
"El frío de noviembre nos recuerda que el invierno está cerca."
Het woord "noviembre" komt van het Latijnse "novembrem", dat "de negende" betekent. Dit verwijst naar het feit dat november oorspronkelijk de negende maand van het jaar was in de oude Romeinse kalender.
Er zijn geen directe synoniemen voor "noviembre" omdat het een specifieke maand aanduidt. Er zijn echter antoniemen die betrekking hebben op andere maanden in het jaar.
In Samenvatting is "noviembre" een belangrijk woord in de Spaanse taal dat een specifieke maand aanduidt met zijn eigen unieke gebruik en veelzijdigheid in context.