"Objetar" is een werkwoord in de infinitiefvorm.
De fonetische transcriptie van "objetar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /obxeˈtaɾ/
"Objetar" kan vertaald worden als "bezwaar maken", "tegenwerpen" of "objecteren".
In het Spaans betekent "objetar" om bezwaar te maken tegen iets of om iets aan te vechten. Het wordt vaak gebruikt in juridische contexten, waar iemand een bezwaar of tegenwerpingen maakt tegen een stelling, argument of procedure. "Objetar" komt veel voor in zowel gesproken als geschreven Spaans, maar is vooral gebruikelijk in formele en juridische situaties.
El abogado decidió objetar la evidencia presentada en el juicio.
(De advocaat besloot bezwaar te maken tegen het bewijs dat in de rechtszaak werd gepresenteerd.)
Ella quiere objetar la decisión del comité.
(Zij wil bezwaar maken tegen de beslissing van het comité.)
"Objetar" wordt vaak gebruikt in samenstellingen en uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
El testigo tuvo que objetar con firmeza las afirmaciones del fiscal.
(De getuige moest stevig bezwaar maken tegen de beweringen van de aanklager.)
No objeto que: Dit betekent "ik maak geen bezwaar dat" en kan vaak gebruikt worden om een voorwaarde of overeenstemming uit te drukken.
No objeto que se cambie la fecha de la reunión.
(Ik maak geen bezwaar tegen het veranderen van de datum van de vergadering.)
Objetar la decisión: Dit betekent "de beslissing aanvechten".
"Objetar" komt van het Latijnse woord "obiectare", wat betekent "tegenwerpen" of "aanvoeren tegen". Het is afgeleid van "obiectus", de past participle van "obiciere", wat "werpen" of "plaatsen tegenover" betekent.