Het woord "observar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonemische transcriptie van "observar" in het Spaans volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is /obserˈβaɾ/.
"Observar" betekent "bekijken", "waarnemen" of "observeren" in het Nederlands. Dit werkwoord wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven Spaans. Het wordt regelmatig gebruikt in dagelijkse conversaties en in formele teksten.
De verbuigingen van "observar" in verschillende tijden zijn: - Tegenwoordige tijd: yo observo, tú observas, él/ella observa, nosotros/nosotras observamos, vosotros/vosotras observáis, ellos/ellas observan. - Verleden tijd: yo observé, tú observaste, él/ella observó, nosotros/nosotras observamos, vosotros/vosotras observasteis, ellos/ellas observaron. - Onvoltooid verleden tijd: yo observaba, tú observabas, él/ella observaba, nosotros/nosotras observábamos, vosotros/vosotras observabais, ellos/ellas observaban. - Toekomende tijd: yo observaré, tú observarás, él/ella observará, nosotros/nosotras observaremos, vosotros/vosotras observaréis, ellos/ellas observarán.
"Observar" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden: 1. "Observar de cerca" - van dichtbij bekijken, aandachtig observeren. 2. "Observar con detenimiento" - zorgvuldig observeren, in detail bekijken. 3. "Observar en silencio" - in stilte bekijken, zonder iets te zeggen. 4. "Observar con estupor" - vol verbazing observeren. 5. "Observar el panorama" - het landschap bekijken, de situatie overzien.
Het werkwoord "observar" komt van het Latijnse woord "observare", wat "waarnemen" betekent.