"ocaso" is een zelfstandig naamwoord.
/okaˈso/
Het woord "ocaso" verwijst meestal naar de ondergang van de zon, oftewel het moment waarop de zon ondergaat. Het wordt gebruikt om de overgang van dag naar nacht aan te duiden. Het woord kan ook figuurlijke betekenissen hebben, zoals de afname of het vervagen van iets (bijvoorbeeld een carrière of een tijdperk). "Ocaso" wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven context, maar het komt vaak voor in poëtische of literaire teksten.
Bij zonsondergang kleurde de ondergang van de zon de lucht in prachtige kleuren.
Durante el ocaso, la tranquilidad del campo se hacía palpable.
"Ocaso" wordt niet veel gebruikt in veelvoorkomende idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele voorbeelden waarin het woord een figuratieve betekenis heeft:
Toen hij op zijn ondergang kwam, werd zijn carrière in het hele land erkend.
Después del ocaso de su era, la ciudad fue distinta y olvidada.
Na de ondergang van zijn tijdperk was de stad anders en vergeten.
El ocaso de la luna trae consigo un aire de misterio.
Het woord "ocaso" is afgeleid van het Latijnse "occasus", dat "ondergang" of "val" betekent. De wortel "cadere" in het Latijn betekent "vallen", wat dezelfde connotaties impliceert als in het Spaanse woord.
Synoniemen: - atardecer (zonsondergang) - declive (afname, neiging)
Antoniemen: - amanecer (zonsopgang) - auge (bloei, hoogtijdagen)