"Ocupar" is een werkwoord in het Spaans. Het is een onregelmatig werkwoord dat behoort tot de -ar werkwoorden.
De fonetische transcriptie van "ocupar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /okuˈpaɾ/
"Ocupar" kan in het Nederlands worden vertaald als "bezetten", "innemen", of "vervullen", afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt.
"Ocupar" betekent letterlijk het bezetten van een ruimte of het innemen van een positie. In de Spaanse taal kan het ook verwijzen naar het vervullen van een functie, rol of taak. Het wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven context, maar het is bijzonder gebruikelijk in geschreven teksten, vooral in juridische en militaire contexten.
Voorbeeldzinnen:
1. "El ejército tuvo que ocupar la ciudad durante la guerra."
"Het leger moest de stad bezetten tijdens de oorlog."
"Ocupar" wordt in verschillende idiomatische uitdrukkingen gebruikt. Hier zijn enkele voorbeelden:
"Ocupar el lugar de alguien."
"Iemands plaats innemen."
"Siempre tratas de ocupar el lugar de alguien en las reuniones."
"Je probeert altijd iemands plaats in te nemen tijdens de vergaderingen."
"Ocupar un puesto."
"Een positie bekleden."
"Ella ha decidido ocupar un puesto en la administración."
"Zij heeft besloten een positie in het bestuur te bekleden."
"Ocupar espacio."
"Ruimte innemen."
"Es mejor no ocupar espacio innecesariamente."
"Het is beter om niet onnodig ruimte in te nemen."
"Ocupar la mente."
"De geest bezighouden."
"Los problemas pueden ocupar la mente y causar estrés."
"Problemen kunnen de geest bezighouden en stress veroorzaken."
Het woord "ocupar" stamt af van het Latijnse "occupare", wat betekent "bezetten, innemen". Het is samengesteld uit de prefix "ob-" (tegen) en "cupare" (nemen).
Synoniemen: - Asumir (overnemen) - llenar (vullen) - sostener (ondersteunen)
Antoniemen: - Desocupar (leegmaken, ontruimen) - Abandonar (verlaten) - Renunciar (afzien van)