"Ofensa" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "ofensa" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /oˈfensa/.
"Ofensa" komt van het werkwoord "ofender", wat "aanvallen" of "schaden" betekent. Het verwijst doorgaans naar een daad die als onrechtvaardig of kwetsend wordt beschouwd, zoals een juridische overtreding of een moreel vergrijp. In de juridische context kan het ook slaan op een misdrijf. Het woord wordt zowel in gesproken als geschreven Spaans gebruikt, maar de frequentie kan variëren afhankelijk van de context van de discussie; in juridische teksten en debatten zal het vaker in geschreven context voorkomen, terwijl het in sociale situaties meer spreektaal betreft.
La ofensa fue denunciada ante las autoridades.
(De overtreding werd bij de autoriteiten aangegeven.)
Nuestras palabras no debieron causar tal ofensa.
(Onze woorden hadden zo'n aanranding niet moeten veroorzaken.)
"Ofensa" wordt in verschillende idiomatische uitdrukkingen gebruikt, vooral in juridische en sociale contexten.
Zin: No deberías tomar ofensa por lo que dijo.
(Je zou je niet beledigd moeten voelen door wat hij zei.)
"No es una ofensa" - Dit betekent "het is geen belediging".
Zin: Lo que dije no es una ofensa, solo una opinión.
(Wat ik zei is geen belediging, alleen een mening.)
"Ofensa grave" - Dit verwijst naar een ernstige overtreding of misdrijf.
"Ofensa" is afgeleid van het Latijnse "offensā", de vrouwelijke vorm van "offensus", wat "gekwetst" of "aangevallen" betekent. Het is verwant aan het werkwoord "ofender".
Door zijn veelzijdigheid en juridische implicaties is "ofensa" een belangrijk begrip in de Spaanse taal en diens juridische systemen.