Oficio is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
/oˈfiθjo/ (in Spanje) of /oˈfijo/ (in Latijns-Amerika).
Oficio verwijst naar een beroep of functie en kan ook gebruikt worden in de zin van een officiële taak of activiteit. Het woord kan in verschillende contexten worden gebruikt, van informele gesprekken tot formele teksten, maar het komt voornamelijk voor in geschreven context.
De gebruiksfrequentie is gemiddeld en het komt voor in zowel formele als informele registers, maar het is waarschijnlijk meer aanwezig in geschreven documenten, zoals contracten of officiële communicatie.
Het beroep dat je kiest, moet iets zijn waar je gepassioneerd over bent.
Su oficio como abogado le permite ayudar a muchas personas.
Oficio wordt in verschillende idiomatische uitdrukkingen gebruikt. Hieronder volgen enkele voorbeelden:
Mijn broer heeft een beroep dat hij erg leuk vindt.
No saber hacer un oficio: Dit betekent "niet weten hoe je een beroep moet uitoefenen".
Als je niet weet hoe je een beroep moet uitoefenen, is het moeilijk om werk te vinden.
Oficio de los sueños: Dit verwijst naar een "beroep van je dromen".
Het woord oficio komt van het Latijnse woord officium, dat “plicht, verplichting of functie” betekent. Het heeft sterke connotaties van een officiële taak of rol.
Synoniemen: - empleo (werk) - profesión (beroepsleven) - trabajo (werk)
Antoniemen: - desocupación (werkloosheid) - inactividad (inactiviteit)
Dit geeft een uitgebreid overzicht van het woord "oficio", inclusief zijn betekenis, gebruik en culturele context in het Spaans.