"Oleo" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "oleo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈoleo/.
In het Nederlands kan "oleo" vertaald worden als "olie".
In het Spaans verwijst "oleo" meestal naar olie, specifiek als een soort smeermiddel of voedingsmiddel. Het kan ook verwijzen naar olieverf, wat relevant is in kunstcontexten. De frequentie van gebruik is relatief hoog in zowel gesproken als geschreven taal, vooral in contexten die betrekking hebben op koken, artistieke uitdrukkingen of technische toepassingen.
La cocina mediterránea utiliza mucho el oleo.
(De Mediterrane keuken maakt veel gebruik van olie.)
El pintor compró oleo para sus obras de arte.
(De schilder kocht olieverf voor zijn kunstwerken.)
"Oleo" is niet een term die vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele voorbeeldzinnen waarin het woord op verschillende manieren wordt gebruikt:
El oleo en la ensalada le da un toque especial.
(De olie in de salade geeft een speciale touch.)
Usar oleo para cocinar es más saludable que la mantequilla.
(Olie gebruiken om te koken is gezonder dan boter.)
La técnica del oleo es muy apreciada en el mundo del arte.
(De olieverftechniek is zeer gewaardeerd in de kunstwereld.)
Het woord "oleo" komt van het Latijnse "oleum," wat "olie" betekent. Het heeft zijn weg gevonden in verschillende Romaanse talen, waaronder het Spaans.