Het woord "olor" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "olor" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /oˈloɾ/.
"Olor" kan in het Nederlands worden vertaald als "geur" of "lucht."
"Olor" verwijst naar een chemische eigenschap die wordt waargenomen door de geurzin. Het woord wordt in de Spaanse taal vaak gebruikt om te praten over de geur van verschillende objecten of stoffen, zoals voedsel, bloemen, of zelfs onaangename geuren.
In het Spaans wordt "olor" relatief vaak gebruikt, zowel in geschreven als gesproken context. Het komt voor in zowel informele als formele registers en wordt vaak gebruikt in zinnen waar geur een belangrijke rol speelt.
De geur van de bloemen is zeer aangenaam.
No aguanto el olor del pescado crudo.
In het Spaans is "olor" een onderdeel van verschillende idiomatische uitdrukkingen en zinnen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Voorbeeld: "Cuando llegué a casa había olor a quemado."
Oler a rosas.
Voorbeeld: "Su discurso olía a rosas."
Oler a gato.
Het woord "olor" komt van het Latijnse "odor," wat ook "geur" betekent. De ontwikkeling van deze term in het Spaans behoudt de betekenis en de fonetische structuur van het origineel.
Samenvattend is "olor" een veelzijdig en veelgebruikt woord in de Spaanse taal dat referenties maakt naar geur in verschillende contexten, met interessante idiomatische uitdrukkingen die het gebruik ervan verder illustreren.