"Oro" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "oro" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ˈo.ɾo/
"Oro" betekent "goud" in het Nederlands.
"Oro" verwijst naar het chemische element goud, dat in verschillende contexten wordt gebruikt, waaronder economie, juwelen en symboliek. In de Spaanse taal wordt het vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven contexten, met een hoge frequentie in financiële en commerciële gesprekken.
Voorbeeldzinnen:
- El oro es un metal precioso muy valorado en el mercado.
(Goud is een zeer gewaardeerd edelmetaal op de markt.)
In het Spaans zijn er verschillende idiomatische uitdrukkingen met het woord "oro":
"El corazón de oro"
Betekenis: Iemand die zeer aardig en genereus is.
Voorbeeld: Ella tiene un corazón de oro, siempre ayuda a los demás.
(Zij heeft een gouden hart, ze helpt altijd anderen.)
"Una oportunidad de oro"
Betekenis: Een unieke of uitstekende kans.
Voorbeeld: Esta es una oportunidad de oro para invertir en el negocio.
(Dit is een gouden kans om in de onderneming te investeren.)
"Vale su peso en oro"
Betekenis: Iemand of iets dat zeer waardevol is.
Voorbeeld: Tu experiencia vale su peso en oro.
(Jouw ervaring is goud waard.)
Het woord "oro" stamt uit het Latijnse woord "aurum", dat ook "goud" betekent. Dit Latijnse woord had een etymologische verwantschap met de proto-Indo-Europese wortel *aureus, wat 'goudkleurig' betekent.
Synoniemen: - Metal precioso (edelmetaal) - (In specifieke contexten) riqueza (rijkdom)
Antoniemen: - Plomo (lood) - in de zin dat lood als een minder waardevol metaal wordt gezien in vergelijking met goud. - Pobreza (armoede) - in de zin dat goud vaak met rijkdom wordt geassocieerd.