"Osar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "osar" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /oˈsaɾ/.
De vertaling van "osar" naar het Nederlands is "durven".
"Osar" betekent "durven" of "de moed hebben om iets te doen". Dit werkwoord wordt gebruikt in zowel formele als informele contexten. De gebruiksfrequentie van "osar" is gemiddeld; het wordt vaker aangetroffen in mondelinge spraak dan in geschreven tekst, maar het komt in beide vormen voor.
"No osar hablar con el jefe acerca de un aumento."
"Ik durf niet met de baas te praten over een loonsverhoging."
"Ella se atrevió a osar a correr la maratón."
"Zij durfde het aan om de marathon te lopen."
"Osar" komt niet vaak voor in idiomatische uitdrukkingen omdat het relatief specifiek is. Echter, er bestaan een paar uitdrukkingen waarbij het werkwoord kan worden gebruikt:
"Osar desafiar a alguien."
"Durven iemand uit te dagen."
"Osar hacer lo que otros no se atreven."
"Durven te doen wat anderen niet durven."
"No osar mirar atrás."
"Niet durven achterom te kijken."
"Osar soñar en grande."
"Durven groot te dromen."
"Él osó desafiar a sus maestros en el debate."
"Hij durfde zijn leraren uit te dagen in het debat."
"Ella osó hacer lo que otros no se atreven a intentar."
"Zij durfde te doen wat anderen niet aandurven te proberen."
"No debe osar mirar atrás si quiere seguir adelante."
"Je moet niet durven achterom te kijken als je verder wilt gaan."
Het werkwoord "osar" heeft zijn wortels in het Latijnse "ausare", wat ook "durven" betekent. De ontwikkeling van de betekenis is consistent gebleven door de tijd heen, met een focus op moed en durf.
Synoniemen: atrever, animarse.
Antoniemen: temer, dudar (vrees, twijfelen).