"Otro" is een bijvoeglijk naamwoord en kan ook als een voornaamwoord worden gebruikt in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "otro" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ˈotɾo/
"Otro" kan vertaald worden naar het Nederlands als "ander" of "een ander".
"Otro" betekent "ander" of "een ander" en wordt gebruikt om te verwijzen naar iets dat verschillend is van datgene waarnaar eerder is verwezen. Het woord komt vaak voor in zowel mondelinge als geschreven contexten en heeft een hoge gebruiksfrequentie in de dagelijkse conversatie.
Voorbeeldzinnen:
- Necesito otro libro para estudiar.
(Ik heb een ander boek nodig om te studeren.)
In het Spaans wordt "otro" ook veel gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen. Hieronder volgen enkele voorbeelden:
Cada uno es de su padre y de su madre, y cada cual tiene su otro lado.
(Iedereen heeft zijn eigen achtergrond en iedereen heeft ook een andere kant.)
Más vale tarde que nunca, pero otro día será mejor.
(Beter laat dan nooit, maar de volgende keer zal beter zijn.)
El tiempo lo cura todo, y siempre habrá otro amanecer.
(Tijd geneest alles, en er zal altijd een nieuwe dageraad zijn.)
A otro perro con ese hueso.
(Vertel dat maar aan iemand anders. - Er wordt vaak gebruikt in de context om te zeggen dat iemand niet gelooft wat er wordt gezegd.)
Het woord "otro" komt van het Latijnse "alter", wat "de andere" of "een andere" betekent. Het heeft zijn vorm en betekenis door de eeuwen heen behouden.
Synoniemen: - Diferente (verschillend) - Distinto (anders)
Antoniemen: - Mismo (dezelfde) - Igual (gelijk)