Het woord "pasivo" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "pasivo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /paˈsiβo/.
"Pasivo" kan worden vertaald naar het Nederlands als "passief".
In het Spaans verwijst "pasivo" naar iets dat niet actief is, of meer specifiek, een toestand van niet deelnemen aan een actie. Het kan in verschillende contexten gebruikt worden, zoals in de grammatica (passieve stem), in de psychologie (passief gedrag), en in de economie (passieve investeringen). Het komt frequenter voor in geschreven teksten en formele communicatie, hoewel het ook in gesproken taal voorkomt.
En la oración, el sujeto pasivo no realiza la acción.
In de zin voert het passieve onderwerp de actie niet uit.
Este tipo de inversión es considerado pasivo y seguro.
Dit type investering wordt als passief en veilig beschouwd.
"Pasivo" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar enkele zinnen waarin het voorkomt zijn:
En una relación, ser pasivo a veces puede causar problemas de comunicación.
In een relatie kan passief zijn soms communicatieproblemen veroorzaken.
En el trabajo, ser demasiado pasivo puede llevar a perder oportunidades.
Op het werk kan te passief zijn leiden tot het verliezen van kansen.
No quiero ser pasivo en esta situación; necesito tomar la iniciativa.
Ik wil niet passief zijn in deze situatie; ik moet het initiatief nemen.
Het woord "pasivo" komt van het Latijnse "passivus", dat "onderworpen aan" of "ontvangen" betekent. Het heeft zijn weg gevonden in verschillende Romaanse talen, waaronder het Spaans.