Het woord "pasta" in het Spaans is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "pasta" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈpasta/.
Het woord "pasta" kan in het Nederlands worden vertaald als "pasta." Het heeft dezelfde spelling en betekenis in beide talen.
In het Spaans verwijst "pasta" meestal naar een soort deeg dat wordt gebruikt om verschillende gerechten te maken, zoals spaghetti, ravioli, en andere vormen van pasta. Daarnaast kan "pasta" ook verwijzen naar een soort pasta in de context van klei of andere substanties in de kunst en techniek. Het woord heeft een gematigde frequentie van gebruik en komt voor zowel in gesproken als geschreven context.
"Me gusta comer pasta con salsa de tomate."
Vertaling: "Ik houd ervan om pasta met tomatensaus te eten."
"En la clase de arte usamos pasta para crear esculturas."
Vertaling: "In de kunstles gebruiken we klei om sculpturen te maken."
Het woord "pasta" wordt in de Spaanse taal ook gebruikt in enkele idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn een paar voorbeelden:
"Hacer una pasta."
Vertaling: "Een pak geld verdienen."
Dit betekent dat iemand veel geld heeft verdiend of rijk is geworden.
"No hay pasta."
Vertaling: "Er is geen geld."
Dit wordt vaak gebruikt om aan te geven dat men blut is of geen financiële middelen heeft.
"Cocinar pasta es fácil."
Vertaling: "Pasta koken is gemakkelijk."
Dit verwijst naar de eenvoud van het bereiden van pasta en kan ook figuratief gebruikt worden om te zeggen dat iets eenvoudig is.
"Me quedé sin pasta."
Vertaling: "Ik ben zonder geld gekomen."
Dit drukt uit dat iemand geen geld meer heeft.
Het woord "pasta" komt van het Latijnse "pasta," wat "deeg" betekent. Het is afgeleid van het werkwoord "pasta" in het Latijn, dat te maken heeft met het kneden of mengen van ingrediënten.
Het woord "pasta" heeft dus een rijke en veelzijdige betekenis in de Spaanse taal, zowel in culinaire als in andere contexten.