Het woord peca is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van peca in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ˈpe.ka/.
Het woord peca kan in het Nederlands vertaald worden als "zonde" of "fout", afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt.
In het Spaans verwijst peca meestal naar een morele of ethische zonde, een fout of een misstap. Het wordt vaak gebruikt in religieuze of filosofische contexten om een overtreding van morele normen aan te duiden. Het woord kan een hoge frequentie hebben in gesproken en geschreven Spaans, vooral in religieuze teksten of morele discussies.
Ella cometió una peca y se sintió muy mal.
(Zij heeft een zonde begaan en voelde zich erg slecht.)
A veces, todos caemos en la peca.
(Soms valt iedereen in de zonde.)
Het woord peca komt niet vaak voor in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele zinnen waarin het idee van zonde wordt gebruikt:
No hay peca sin culpa.
(Er is geen zonde zonder schuld.)
Perdona mis peca, pero no lo volveré a hacer.
(Vergeef mijn zonden, maar ik zal het niet meer doen.)
La peca es parte de la naturaleza humana.
(De zonde is een deel van de menselijke natuur.)
Het woord peca komt van het Latijnse woord peccatum, wat ook "zonde" of "fout" betekent. De ontwikkeling van het woord in het Spaans is rechtstreeks afgeleid van deze Latijnse oorsprong.
Dit geeft een totaaloverzicht van het woord peca in de Spaanse taal, inclusief de betekenis, co-contexten en gebruik.