"Pensar" is een werkwoord in de tegenwoordige tijd en behoort tot de regelmatige werkwoorden van de Spaanse taal.
De fonetische transcriptie van "pensar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /penˈsaɾ/.
"Pensar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "denken".
Het werkwoord "pensar" betekent "denkende" of "over iets nadenken". Het wordt vaak gebruikt in verschillende contexten, zowel in gesproken als geschreven Spaans. Het komt vaak voor in de dagelijkse conversatie, filosofische discussies, en in literatuur. De gebruiksfrequentie is hoog, met een lichte neiging naar mondelinge spraak.
"Siempre trato de pensar antes de actuar."
"Ik probeer altijd na te denken voordat ik handel."
"¿Qué piensas sobre la situación actual?"
"Wat denk je over de huidige situatie?"
Het woord "pensar" komt vaak voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen in de Spaanse taal. Hier zijn enkele voorbeelden:
Bijvoorbeeld: "A veces, es bueno pensar en voz alta para aclarar ideas."
"Soms is het goed om hardop te denken om ideeën op te helderen."
"Pensar que sí."
"Denken van wel."
Bijvoorbeeld: "Ella piensa que sí, pero en realidad no es así."
"Zij denkt van wel, maar in werkelijkheid is dat niet zo."
"Pensar demasiado."
"Te veel denken."
Bijvoorbeeld: "No debes pensar demasiado, a veces es mejor actuar."
"Je moet niet te veel denken, soms is het beter om te handelen."
"Pensar en otras cosas."
"Aan andere dingen denken."
Het woord "pensar" is afgeleid van het Latijnse "pensare", wat "afwegen" of "overwegen" betekent. Het woord heeft zijn vorm en betekenis behouden door de evolutie van het Spaans.
Synoniemen: overdenken, reflecteren, speculeren.
Antoniemen: vergeten, negeren.