Het woord "periodo" is een zelfstandig naamwoord (substantief).
De fonetische transcriptie van "periodo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /peˈɾjedo/.
"Periodo" kan in het Nederlands vertaald worden als "periode".
In het Spaans betekent "periodo" een tijdsduur of een bepaalde fase in de tijd waarin een bepaalde gebeurtenis of ontwikkeling plaatsvindt. Het woord wordt vaak gebruikt in verschillende contexten, zoals in onderwijs (bijvoorbeeld de studieperiode), geologie (geologische tijdperken) en in de geneeskunde (bijvoorbeeld menstruatiecyclus). Het woord heeft een frequente gebruikswijze binnen zowel de gesproken als geschreven Spaanse taal, vooral in educatieve en wetenschappelijke contexten.
En este semestre tenemos un periodo de exámenes muy intenso.
In dit semester hebben we een zeer intensieve examenperiode.
El geólogo estudia el periodo del Mesozoico para entender la evolución de las especies.
De geoloog bestudeert de periode van het Mesozoïcum om de evolutie van de soorten te begrijpen.
Het woord "periodo" komt vaak voor in idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
"Estamos en un periodo de cambios."
We zitten in een periode van veranderingen.
"Es un periodo crítico para el desarrollo del proyecto."
Het is een kritieke periode voor de ontwikkeling van het project.
"No me hables de periodos difíciles, tengo experiencia en eso."
Praat niet met me over moeilijke periodes, ik heb daar ervaring mee.
"Vivimos en un periodo de incertidumbre económica."
We leven in een periode van economische onzekerheid.
"Este periodo de vacaciones es muy esperado por todos."
Deze vakantieperiode wordt door iedereen erg verwacht.
Het woord "periodo" is afgeleid van het Latijnse "periodus", wat ook "periode" betekent en afkomstig is van het Griekse "περίοδος" (periodos), wat "ronde" of "circuit" betekent. Dit duidt op een cyclus of een terugkerende tijdsduur.
Dit biedt een uitgebreide blik op het woord "periodo" binnen de contexten waarin het vaak wordt aangetroffen.