Het woord "pertenecer" is een werkwoord in de infinitiefvorm.
De fonetische transcriptie van "pertenecer" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /peɾ.te.neˈθeɾ/ (in Spanje) of /peɾ.te.neˈseɾ/ (in Latijns-Amerika).
"Pertenecer" kan in het Nederlands vertaald worden als "behoren tot" of "toebehoren aan".
"Pertenecer" betekent "deel uitmaken van" of "toebehoren aan". Dit werkwoord wordt vaak gebruikt om eigendomsrelaties of verbintenissen aan te duiden met mensen, groepen of plaatsen. Het wordt zowel in gesproken als geschreven Spaans frequent gebruikt, vaak in formele contexten zoals documenten, alsook in informele gesprekken.
Los empleados pertenecen a un sindicato.
(De werknemers behoren tot een vakbond.)
Este libro pertenece a la biblioteca.
(Dit boek behoort tot de bibliotheek.)
Todos los estudiantes pertenecen a la misma clase.
(Alle studenten behoren tot dezelfde klas.)
"Pertenecer" is niet alleen een op zichzelf staand werkwoord, maar wordt ook gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen. Hier enkele voorbeelden:
Pertenecer a la élite.
(Behoren tot de elite.)
Pertenecer al pasado.
(Behoren tot het verleden.)
Pertenecer a una familia.
(Behoren tot een familie.)
Pertenecer a un grupo.
(Behoren tot een groep.)
Pertenecer a la historia.
(Behoren tot de geschiedenis.)
Pertenecer a un equipo.
(Behoren tot een team.)
Het woord "pertenecer" komt van het Latijnse "pertinere", wat "toebehoeren" of "te maken hebben met" betekent. De stam "tenere" betekent "houden", en het voorvoegsel "per-" wijst op een intensivering of richting.
Met deze informatie over "pertenecer", heeft u een breed begrip van het woord en zijn toepassingen in de Spaanse taal.