"Pescado" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "pescado" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /pesˈkaðo/.
"Pescado" vertaalt naar "vis" in het Nederlands.
Het woord "pescado" verwijst naar het vlees van vissen dat bedoeld is voor consumptie. Het wordt in het Spaans vaak gebruikt in de context van voedsel en koken. Het is een veelvoorkomend woord in zowel mondelinge als geschreven spraak, vooral in gesprekken over maaltijden, recepten en voedingsmiddelen.
De gebruiksfrequentie is hoog, vooral in gebieden waar vis een belangrijk onderdeel van de dieetcultuur is, zoals in kustgebieden.
De paella wordt gemaakt met vis en schaaldieren.
El pescado fresco es más sabroso que el congelado.
In het Spaans is "pescado" soms onderdeel van idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Er is geen vis in de zee. (Er is niets meer te vinden of te halen.)
Estar como pescado en el agua.
Zich als een vis in het water voelen. (Zich erg op zijn gemak voelen in een bepaalde situatie.)
Más vale un pez en mano que cien volando.
Beter één vis in de hand dan honderd die vliegen. (Beter iets zeker hebben dan veel dingen die onzeker zijn.)
Dar pescado a la gente en vez de enseñarles a pescar.
Het woord "pescado" komt van het Latijnse "piscatum", dat ook vis betekent. Deze oorsprong is verbonden met het romeinse woord "piscis", wat vis betekent.
Synoniemen: - "Pez" (de levende vis) - "Marisco" (zeevruchten)
Antoniemen: - "Carne" (vlees - landdier) - "Ave" (gevogelte - vogel)
Dit biedt een uitgebreide kijk op het woord "pescado", zijn gebruik en positie binnen de Spaanse taal.