"Pillo" is een zelfstandig naamwoord en in sommige contexten ook een bijvoeglijk naamwoord.
De fonetische transcriptie van "pillo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is [ˈpi.ʝo].
De vertaling van "pillo" in het Nederlands is "sliert", "schurk" of "plunderaar", afhankelijk van de context.
In het Spaans verwijst "pillo" meestal naar iemand die onoprecht, sluw of soms crimineel is, vaak met een speelse of zelfs charmante connotatie. Het woord kan zowel in geschreven als gesproken taal worden gebruikt, maar het wordt vaker gezien in informele contexten. De gebruiksfrequentie is gemiddeld, met een grotere kans om het te horen in dagelijkse conversaties en informele teksten.
Ese chico es un pillo que siempre se escapa de la escuela.
(Dat jongetje is een schurk die altijd van school ontsnapt.)
No confíes en él, es un pillo que solo busca beneficiarse.
(Vertrouw hem niet, hij is een schurk die alleen maar wil profiteren.)
Het woord "pillo" komt in sommige idiomatische uitdrukkingen voor, die vaak verwijzen naar sluwheid of bedrog.
Ser más pillo que un zorro.
(Meer sluw zijn dan een vos.)
El pillo sabe cómo salirse con la suya.
(De schurk weet hoe hij zijn zin kan doordrijven.)
No seas pillo, cumple con tus responsabilidades.
(Wees geen schurk, houd je aan je verantwoordelijkheden.)
Het woord "pillo" komt van het Latijnse "pilius," wat "plukje" of "haar" betekent. Het is door de tijd heen geëvolueerd en verkreeg een betekenis die verwijst naar sluwheid en bedrog.