Het woord "piña" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "piña" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ˈpi.ɲa/.
Het woord "piña" kan in het Nederlands worden vertaald als "ananas".
"Piña" betekent letterlijk "ananas" in het Spaans en verwijst naar de tropische vrucht die bekend staat om zijn zoete en sappige smaak. In Spanje en Latijns-Amerika wordt "piña" veel gebruikt, zowel in de gesproken als geschreven taal. Het wordt vaak gevonden in livings, gerechten en dranken.
De gebruiksfrequentie is hoog in de context van voedsel, en het komt vaker voor in gesproken taal, vooral in informele situaties en markten.
Me gusta comer piña fresca en el verano.
(Ik vind het leuk om verse ananas te eten in de zomer.)
La piña es un ingrediente popular en los cócteles.
(De ananas is een populair ingrediënt in cocktails.)
In het Spaans wordt "piña" ook gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen, hoewel deze minder gebruikelijk zijn. Hier zijn een paar voorbeelden:
Ella estaba como una piña después de recibir la buena noticia.
(Zij was in een goede bui na het ontvangen van het goede nieuws.)
Aguantar como una piña
Dit betekent "hard of standvastig zijn".
A pesar de las dificultades, él aguantó como una piña.
(Ondanks de moeilijkheden hield hij vol als een rots.)
Hacer mal a alguien como a una piña
Dit betekent "iemand slecht behandelen".
Het woord "piña" komt van het Latijnse woord pinea, wat verwijst naar de pijnboom of de dennenappel. De Spaanse term is een afgeleide vorm ervan, die verwijst naar de fruitsoort die in tropische gebieden groeit.
Er zijn geen directe antoniemen voor "piña", aangezien het een specifieke vrucht betreft. Wellicht kan het in de context van fruit worden gecontrasteerd met fruit dat in dezelfde regio wordt verbouwd, maar dat hangt af van de gebruikscontext.
Deze structuur biedt een uitgebreid overzicht van het woord "piña", inclusief talrijke voorbeelden en contexten binnen de Spaanse taal.