pinar (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak

Woordsoort

"Pinar" is een zelfstandig naamwoord.

Fonetische transcriptie

De fonetische transcriptie van "pinar" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet is /piˈnaɾ/.

Vertaalopties voor Nederlands

Het woord "pinar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "dennenbos".

Betekenis en gebruik

In het Spaans verwijst "pinar" naar een gebied dat met dennenbomen is bedekt, vaak gebruikt om de natuurlijke omgeving te beschrijven waar deze bomen groeien. Het woord heeft een vrij grote gebruiksfrequentie, vooral in geschreven contexten, zoals in literatuur of geografische beschrijvingen, maar kan ook in gesproken taal worden gebruikt, vooral bij discussies over natuur en landschap.

Voorbeeldzinnen

1. El pinar que visitamos el fin de semana estaba lleno de vida.

2. Het dennenbos dat we het weekend bezochten, was vol leven.

3. Caminamos por un hermoso pinar en las montañas.

4. We wandelden door een mooi dennenbos in de bergen.

Idiomatische uitdrukkingen

Het woord "pinar" is niet specifiek opgenomen in veel idiomatische uitdrukkingen, maar kan wel voorkomen in uitdrukkingen die te maken hebben met de natuur of vrede.

Voorbeeldzinnen met idiomatische uitdrukkingen

1. En el pinar se respira paz y tranquilidad.

2. In het dennenbos ademt men vrede en rust.

3. Los sueños son como un pinar; necesitan tiempo para crecer.

4. Dromen zijn als een dennenbos; ze hebben tijd nodig om te groeien.

Etymologie

Het woord "pinar" komt van het Latijnse "pinarium", wat "een plek vol dennen" betekent. De basis van de term is "pinus", wat "den" betekent, verwijzend naar de dennenboom.

Synoniemen en antoniemen

Synoniemen

• Bosque de pinos (dennenbos)
• Pinar (gebruikelijk in de meeste Spaanstalige landen)

Antoniemen

• Desierto (woestijn)
• Urbano (stedelijk)

Deze secties bieden een uitgebreide blik op het woord "pinar" en de context waarin het wordt gebruikt.