"Pinto" is een bijvoeglijk naamwoord en kan ook als zelfstandig naamwoord worden gebruikt in de Spaanse taal.
De fonetische transcriptie van "pinto" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈpinto/.
De vertalingen van "pinto" in het Nederlands zijn: - Vlekken (als het gaat om een vlekkerig uiterlijk) - Gemarmerd - Gespleten (wanneer gebruikt in een specifieke context, zoals "pinto beans" vertaald als "vlekkige bonen" of "gevlekte bonen")
In het Spaans wordt "pinto" vaak gebruikt om te verwijzen naar iets dat een gemarmerd of vlekkerig uiterlijk heeft. Het kan ook verwijzen naar specifieke dingen zoals "pinto bonen" die gekenmerkt zijn door hun vlekken. Het woord wordt frequent gebruikt in de dagelijkse omgangstaal als ook in geschreven contexten.
Las vacas pinto son muy comunes en esta región.
(De gevlekte koeien zijn zeer gebruikelijk in deze regio.)
Me gustan mucho los frijoles pintos en la comida mexicana.
(Ik hou erg van de gevlekte bonen in de Mexicaanse keuken.)
In de Spaanse taal wordt "pinto" ook vaak gebruikt in verschillende uitdrukkingen, die meestal een specifieker culturele of regionale betekenis hebben.
"Pintar de pinto" betekent letterlijk "verven met vlekken", maar figuurlijk kan het betekenen dat men iemand iets probeert aan te smeren.
(Letterlijk: "Verf met vlekken", figuurlijk: "Iemand iets aansmeren.")
"Cortar por lo pinto" betekent "door de vlekken snijden", wat impliceert dat men iets abrupt afbreekt of beëindigt.
(Letterlijk: "Snijd door de vlekken", figuurlijk: "Breng iets abrupt tot een einde.")
Het woord "pinto" komt van het Latijnse "pictus," wat "geschilderd" of "gekleurd" betekent. Dit verklaart de connectie naar iets dat vlekkerig of gemarmerd is.
"Pinto" speelt dus een veelzijdige rol in de Spaanse taal, zowel in betekenis als in gebruik in verschillende contexten.