"Piojo" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "piojo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is [ˈpjo.xo].
Het woord "piojo" betekent "luiz" in het Nederlands.
In het Spaans verwijst "piojo" meestal naar een soort parasiet, specifiek een insect dat op mensen of andere dieren leeft en zich voedt met hun bloed. Het kan in medisch jargon ook verwijzen naar een hoofdluizeninfectie. In de taal wordt het woord vaak gebruikt in zowel spreektaal als geschrift, maar het komt frequenter voor in informele, mondelinge contexten wanneer men praat over luizen, vooral in opvoedkundige of gezondheidsgerelateerde gesprekken.
"El niño tiene piojos y necesita tratamiento."
"Het kind heeft luizen en heeft behandeling nodig."
"Los piojos son comunes en las escuelas."
"De luizen komen vaak voor op scholen."
Het woord "piojo" wordt in verschillende idiomatische uitdrukkingen gebruikt, vooral in de context van medische of sociale aangelegenheden. Hier zijn enkele voorbeelden:
"No seas piojoso."
"Wees niet zo krenterig."
(Hier verwijst "piojoso" naar iemand die extreem zuinig is.)
"Buscar piojos en el cabello."
"Luizen in het haar zoeken."
(Met deze uitdrukking verwijst men naar het grondig onderzoeken of controleren van iets, vaak met de betekenis van overanalyseren.)
"Estar más pegado que un piojo."
"Hechter zijn dan een luiz."
(Dit betekent dat iemand extreem aanhankelijk of gehecht is aan iemand anders.)
Het woord "piojo" vindt zijn oorsprong in het Latijnse "pediculus," wat ook "luis" betekent. Het heeft door de geschiedenis heen verschillende vormen gehad in de Spaanse taal, maar de huidige term "piojo" is wijdverspreid.
Dit zijn enkele belangrijke aspecten van het woord "piojo". Het geeft een blik op hoe dit woord dagelijk in de Spaanse taal wordt gebruikt, inclusief zijn culturele en sociale connotaties.