Het woord "piso" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "piso" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈpiso/.
De vertalingen van het woord "piso" naar het Nederlands zijn: - vloer - verdieping - appartement
In het Spaans betekent "piso" in de meeste contexten een vloer of een verdieping van een gebouw. Het kan ook gebruikt worden om een appartement aan te duiden, vooral in Spanje en sommige Latijns-Amerikaanse landen. Het woord wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven taal, met een hoge frequentie in dagelijkse conversaties over woningen en vastgoed.
Voorbeeldzinnen:
- El piso de mi casa es de madera.
De vloer van mijn huis is van hout.
Binnen de Spaanse taal zijn er enkele idiomatische uitdrukkingen die het woord "piso" bevatten. Hier zijn enkele voorbeelden:
Mis amigos viven en el mismo piso que yo.
Mijn vrienden wonen op dezelfde verdieping als ik.
Piso y suelo
Vloer en grond
Het woord "piso" is afgeleid van het Latijnse woord "pissium", dat "vloer" of "verdieping" betekent. Dit duidt op de ontwikkeling van het woord in de context van architectuur en woningbouw door de eeuwen heen.
Synoniemen: - Suelo (grond) - Plant (verdieping)
Antoniemen: - Techo (plafond)
Door de veelzijdigheid van "piso" in verschillende contexten, is het van groot belang in het dagelijks Spaans, vooral in conversaties over wonen en bouwen.