plegar (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak

Woordsoort

Het woord "plegar" is een werkwoord in het Spaans.

Fonologische transcriptie

• IPA: /ˈpleɣaɾ/
• Nederlands: /ˈplɛ.ɣɑr/

Betekenissen en gebruik

"Plegar" heeft verschillende betekenissen, zoals: vouwen, sluiten, staken, ophouden of vertrekken. Het wordt vaak gebruikt in formele of literaire contexten, maar minder vaak in alledaagse gesprekken. Het komt meer voor in geschreven teksten dan in spreektaal.

Werkwoordsvervoegingen

In het Spaans heeft het werkwoord "plegar" de volgende verbuigingen in verschillende tijden: - Tegenwoordige tijd: plego, plegas, plega, plegamos, plegáis, plegan - Verleden tijd: plegué, plegaste, plegó, plegamos, plegasteis, plegaron - Onvoltooid tegenwoordige tijd (Gerundio): plegando

Voorbeelden

1. ¿Puedes plegar esta carta? (Kun je deze brief vouwen?)
2. Tras el trabajo, ella suele plegar y regresar a casa. (Na het werk, vouwt zij meestal en keert terug naar huis.)

Idiomatische uitdrukkingen

Het woord "plegar" wordt gebruikt in verschillende Spaanse idiomen, zoals: 1. Plegar velas (vertaling: de zeilen strijken) - betekent om de moed te verliezen of te stoppen met vechten. - Hij plegó velas toen hij hoorde over het slechte nieuws. (Hij verloor de moed toen hij het slechte nieuws hoorde.) 2. A la hora de plegar (vertaling: bij het opvouwen) - betekent wanneer iets ten einde komt. - A la hora de plegar, nos dimos cuenta de que era el momento adecuado. (Bij het opvouwen beseften we dat het de juiste tijd was.)

Etymologie

Het woord "plegar" stamt af van het Latijnse woord "plicāre", wat "vouwen" betekent.

Synoniemen en antoniemen

Synoniemen: 1. Doblar (vouwen) 2. Cerrar (sluiten)

Antoniemen: 1. Desplegar (ontvouwen) 2. Abrir (openen)