"Plural" is een bijvoeglijk naamwoord en kan ook als zelfstandig naamwoord worden gebruikt in de Spaanse taal.
De fonetische transcriptie van "plural" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈpluɾal/.
Het woord "plural" vertaalt simpelweg naar "meervoud" in het Nederlands.
In het Spaans verwijst "plural" naar de grammaticale vorm van een zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord of voornaamwoord die meer dan één persoon of ding aanduidt. Het wordt vaak gebruikt in de context van grammatica en taalstudie. De gebruiksfrequentie is hoog, vooral in geschreven contexten zoals grammaticale teksten, maar ook in gesproken taal, vooral in onderwijssettings en bij het uitleggen van taalkundige concepten.
In het Spaans is de meervoudsvorm van het woord "hond" "honden".
El adjetivo "grande" también tiene su forma plural: "grandes".
"Plural" wordt minder vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele relevante zinnen die het concept van meervoud benadrukken.
In de taal is het meervoud essentieel voor de juiste communicatie.
Aprender el plural de las palabras es fundamental en el aprendizaje del español.
Het leren van de meervoudsvormen van woorden is fundamenteel bij het leren van Spaans.
En español, la correcta formación del plural evita malentendidos.
Het woord "plural" komt van het Latijnse "pluralis", wat "meervoudig" betekent. Het Latijnse "plus" betekent "meer", wat de oorsprong van het concept van meervoud aanduidt.