poder - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

poder (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordklasse: Zelfstandig naamwoord / Werkwoord

IPA: ** /poˈðeɾ/ Nederlands: ** po-ðeɾ

Betekenissen: 1. (Zelfstandig naamwoord) Kracht, bekwaamheid of capaciteit om iets te doen. 2. (Werkwoord) De mogelijkheid hebben om iets te doen.

Gebruikspatronen: "Poder" wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven Spaans. Het is een veelgebruikt en belangrijk woord in het Spaans, vaak gebruikt in dagelijkse gesprekken.

Werkwoordstijden: - Tegenwoordige tijd: puedo - Onvoltooid verleden tijd: podía - Toekomstige tijd: podré - Voltooid tegenwoordige tijd: he podido - Voltooid verleden tijd: había podido - Voltooid toekomende tijd: habré podido⠀⠀⠀⠀⠀⠀ - Gerundium: pudiendo

Voorbeelden: 1. Yo puedo ayudarte con eso. (Ik kan je helpen met dat.) 2. Con tu ayuda, podremos lograrlo. (Met jouw hulp zullen we het kunnen bereiken.)

Idiomatische uitdrukkingen: "Poder" wordt in veel idiomatiche uitdrukkingen gebruikt in het Spaans, zoals: 1. "No poder más" - Betekenis: Het niet meer kunnen verdragen. - Voorbeeld: Ya no puedo más con este calor. (Ik kan deze hitte niet meer verdragen.)

  1. "Poder con algo"
  2. Betekenis: In staat zijn om iets te verwerken of de controle te hebben over iets.
  3. Voorbeeld: Ella puede con todas las responsabilidades. (Zij kan alle verantwoordelijkheden aan.)

  4. "Poderío absoluto"

  5. Betekenis: Volledige macht of controle hebben over iets.
  6. Voorbeeld: El rey tiene poderío absoluto sobre su reino. (De koning heeft absolute macht over zijn koninkrijk.)

  7. "Poder adquisitivo"

  8. Betekenis: Koopkracht.
  9. Voorbeeld: La crisis económica ha reducido el poder adquisitivo de la población. (De economische crisis heeft de koopkracht van de bevolking verminderd.)

  10. "No poder con su genio"

  11. Betekenis: Niet in staat zijn om zijn/haar temperament te beheersen.
  12. Voorbeeld: Cuando discute, no puede con su genio. (Hij kan zijn temperament niet beheersen wanneer hij ruzie maakt.)

Etymologie: Het woord "poder" komt van het Latijnse woord "potēre", dat "kunnen" of "in staat zijn tot" betekent.

Synoniemen: - Capaciteit - Bekwaamheid - Vermogen

Antoniemen: - Incapaciteit - Onmacht - Hulpeloosheid