Het woord "polo" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "polo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈpolo/.
Het Spaanse woord "polo" kan in het Nederlands vertaald worden als "polo". Dit verwijst vaak naar een type van shirt (polo shirt) of naar de sport zelf (polo).
In het Spaans verwijst "polo" naar zowel een type kledingstuk als naar de teamsport die gespeeld wordt op paarden. In de context van kleding verwijst "polo" specifiek naar een sportief shirt met korte mouwen en een kraag. De frequentie van het gebruik van "polo" varieert; in de modewereld is het een veelgebruikt woord, terwijl in sportcontexten het ook regelmatig voorkomt. Het wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven taal.
Voorbeeldzinnen:
- Ella lleva una camiseta de polo.
(Zij draagt een polo shirt.)
In het Spaans is "polo" niet vaak een belangrijk onderdeel van idiomatische uitdrukkingen. Er zijn echter enkele zinnen die het woord in een bredere context gebruiken:
Me compré un polo nuevo para la fiesta.
(Ik heb een nieuw polo shirt gekocht voor het feest.)
En verano siempre uso polos de algodón.
(In de zomer draag ik altijd katoenen polo's.)
El jugador de polo es muy talentoso.
(De polo speler is erg getalenteerd.)
Het woord "polo" komt waarschijnlijk van het Engelse "polo", dat weer afkomstig is van het Tibetaans woord "pulu", wat verwijst naar een soort bal die in de sport werd gebruikt. De term werd geïntroduceerd in de Westerse wereld in de 19e eeuw.
Synoniemen: - Camiseta (voor het kledingstuk, hoewel dit meer algemeen "T-shirt" betekent). - Polo shirt.
Antoniemen: - Camisón (nachtkleding, in tegenstelling tot een sportief shirt). - Cuerpo desnudo (naakt lichaam, als tegenhanger van een kledingstuk).
Door de veelzijdigheid van de betekenis van "polo" kan het woord in verschillende contexten verschijnen, zowel in de mode als in de sport.