"Poncho" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "poncho" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈpontʃo/.
De vertaling van "poncho" in het Nederlands is "poncho". Het woord wordt in beide talen op dezelfde manier gebruikt.
Een "poncho" is een soort kledingstuk dat vaak wordt gebruikt om iemand te beschermen tegen regen of kou. Het is doorgaans gemaakt van waterdichte of warme materialen en heeft meestal een open onderkant en een capuchon. In de Spaanse taal wordt "poncho" vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven context, hoewel het meer voorkomt in spreektaal, vooral in informele situaties.
"El poncho me mantiene seco durante la lluvia."
(De poncho houdt me droog tijdens de regen.)
"Llevaba un poncho colorido en la fiesta."
(Hij droeg een kleurrijke poncho op het feest.)
In het Spaans is "poncho" niet direct onderdeel van veel veelvoorkomende idiomatische uitdrukkingen. Toch kan het in bepaalde contexten worden gebruikt, bijvoorbeeld in uitdrukkingen die de functionaliteit of de esthetiek ervan benadrukken.
"No hay mal que por bien no venga, a veces un poncho es la mejor solución en un día lluvioso."
(Geen kwaad dat niet goed komt; soms is een poncho de beste oplossing op een regenachtige dag.)
"Con un poncho viejo, recordé los días de mi infancia."
(Met een oude poncho herinnerde ik me de dagen van mijn kindertijd.)
Het woord "poncho" komt uit het Spaans en is afkomstig van het Quechua-woord "punchu", dat een soort kledingstuk aanduidt. Poncho's zijn traditionele kledingstukken die hun oorsprong vinden in de Andesregio en zijn door de jaren heen wereldwijd populair geworden.
Synoniemen: - Capa (cape) - Abrigo (mantel)
Antoniemen: - Desnudo (naakt) - Sin protección (zonder bescherming)
In de context van bescherming tegen de elementen is het woord "poncho" dus vrij specifiek, maar synoniemen kunnen bredere significaties van kledingstukken omvatten.