De combinatie "poner negro" bestaat uit een werkwoord (poner) en een bijvoeglijk naamwoord (negro). Samen vormen ze een uitdrukking.
/poneɾ ˈneɣɾo/
De uitdrukking "poner negro" wordt gebruikt in de Spaanse taal in verschillende contexten. Afhankelijk van de context kan het zowel letterlijk als figuurlijk worden geïnterpreteerd.
De frequentie van gebruik is relatief hoog, vooral in informele of gesproken contexten, maar wordt ook in geschreven teksten aangetroffen.
La situación económica actual puede poner negro a cualquiera.
(De huidige economische situatie kan iedereen kwaad maken.)
No quiero poner negro el ambiente, pero debemos hablar de los problemas.
(Ik wil de sfeer niet verpesten, maar we moeten over de problemen praten.)
In het Spaans worden er verschillende idiomatische uitdrukkingen gebruikt die "poner negro" bevatten. Hieronder volgen enkele voorbeelden:
Estás poniendo negro a Juan con tus constantes críticas.
(Je maakt Juan kwaad met je constante kritiek.)
Poner el alma negra
Dit betekent dat iemand zich innerlijk verdrietig of depressief voelt.
Esta noticia me ha puesto el alma negra.
(Dit nieuws heeft mijn ziel verdrietig gemaakt.)
Poner el futuro negro
Dit verwijst naar de situatie waarin men denkt dat de toekomst somber is.
Het werkwoord "poner" komt van het Latijnse "ponere", wat "plaatsen" of "leggen" betekent. Het woord "negro" komt ook uit het Latijn, van "niger", wat "zwart" betekent. Samen vormen deze woorden een uitdrukking die zowel letterlijk als figuurlijk kan worden gebruikt in de taal.
Met de bovenstaande informatie hoop ik dat je een beter begrip hebt gekregen van de uitdrukking "poner negro" in de Spaanse taal!