Substantief
/posˈesoɾ/
"Posesor" betekent "bezitter" of "eigenaar" in het Spaans. Het wordt gebruikt om te verwijzen naar iemand die rechtmatig in het bezit is van iets.
Het woord "posesor" wordt zowel in mondelinge als geschreven context gebruikt. Het is een vrij algemeen woord in juridische en formele taal.
El posesor de la casa tenía derecho a venderla.
(De eigenaar van het huis had het recht om het te verkopen.)
La posesora de la empresa decidió cambiar las políticas internas.
(De eigenares van het bedrijf besloot om de interne beleidsregels te veranderen.)
Pedro es posesor de una vasta colección de arte.
(Pedro is eigenaar van een omvangrijke kunstcollectie.)
"Posesor de la verdad": Betekent "bezitter van de waarheid" of "de waarheid in pacht hebben".
Het woord "posesor" komt van het Latijnse woord "possessor" dat "bezitter" betekent. Dit is afgeleid van het werkwoord "possidēre" wat "bezitten" of "in bezit hebben" betekent.
Hopelijk biedt deze uitleg voldoende informatie over het woord "posesor". Als u nog meer vragen heeft, aarzel dan niet om ze te stellen!