posesor - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

posesor (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort:

Substantief

Fonetische transcriptie:

/posˈesoɾ/

Vertaalopties Nederlands:

Betekenis:

"Posesor" betekent "bezitter" of "eigenaar" in het Spaans. Het wordt gebruikt om te verwijzen naar iemand die rechtmatig in het bezit is van iets.

Gebruik:

Het woord "posesor" wordt zowel in mondelinge als geschreven context gebruikt. Het is een vrij algemeen woord in juridische en formele taal.

Voorbeeldzinnen:

  1. El posesor de la casa tenía derecho a venderla.
    (De eigenaar van het huis had het recht om het te verkopen.)

  2. La posesora de la empresa decidió cambiar las políticas internas.
    (De eigenares van het bedrijf besloot om de interne beleidsregels te veranderen.)

Idiomatische uitdrukkingen:

  1. "Ser posesor de algo": Betekent "in bezit zijn van iets" of "eigenaar zijn van iets".
  2. Pedro es posesor de una vasta colección de arte.
    (Pedro is eigenaar van een omvangrijke kunstcollectie.)

  3. "Posesor de la verdad": Betekent "bezitter van de waarheid" of "de waarheid in pacht hebben".

  4. No presumas de ser posesor de la verdad.
    (Praat niet alsof je de waarheid bezit.)

Etymologie:

Het woord "posesor" komt van het Latijnse woord "possessor" dat "bezitter" betekent. Dit is afgeleid van het werkwoord "possidēre" wat "bezitten" of "in bezit hebben" betekent.

Synoniemen:

Antoniemen:

Hopelijk biedt deze uitleg voldoende informatie over het woord "posesor". Als u nog meer vragen heeft, aarzel dan niet om ze te stellen!



3