"Positivo" is een bijvoeglijk naamwoord en kan ook als zelfstandig naamwoord worden gebruikt.
/po.si.ti.βo/
In het Spaans betekent "positivo" over het algemeen iets dat positief, gunstig of bemoedigend is. Het wordt vaak gebruikt om een optimistische houding aan te geven, of om te verwijzen naar iets dat voordelen of goede eigenschappen heeft. Het woord "positivo" wordt in zowel gesproken als geschreven taal vaak gebruikt, en is een veelvoorkomend woord in verschillende contexten, zoals dagelijks leven, psychologie, en zelfs wetgeving.
Es importante tener una actitud positiva en la vida.
(Het is belangrijk om een positieve houding in het leven te hebben.)
Un resultado positivo de la investigación puede cambiar muchas cosas.
(Een positief resultaat van het onderzoek kan veel dingen veranderen.)
"Positivo" verschijnt ook in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
Tener una mentalidad positiva.
(Een positieve instelling hebben.)
Ver el vaso medio positivo.
(De helft van het glas positief zien.) (De negatieve of positieve kant van een situatie beoordelen.)
Ser positivo en tiempos difíciles.
( Positief zijn in moeilijke tijden.)
Mantener una actitud positiva frente a la adversidad.
(Een positieve houding behouden tegenover tegenspoed.)
Buscar siempre el lado positivo de las cosas.
(Altijd de positieve kant van de dingen zoeken.)
Enfocarse en lo positivo.
(Zich richten op het positieve.)
Ser positivo es clave para el éxito.
( Positief zijn is de sleutel tot succes.)
Het woord "positivo" komt uit het Latijnse "positivus," wat "vastgelegd" of "bepaald" betekent. Het is afgeleid van het werkwoord "ponere," dat "te plaatsen" of "te zetten" betekent. In de loop der tijd heeft het een meer abstracte betekenis gekregen, gerelateerd aan positief denken en beoordeling.
Deze informatie biedt een uitgebreide kijk op het woord "positivo" in het Spaans, inclusief zijn betekenissen, gebruik en context.