"Pozo" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "pozo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /ˈpo.θo/ of /ˈpo.so/ afhankelijk van het dialect.
"Pozo" betekent letterlijk een put of kuil en wordt gebruikt om te verwijzen naar een diep gat of opening in de grond dat vaak wordt gebruikt voor het opslaan of verkrijgen van water. In de populaire communicatie kan het ook metaforisch worden gebruikt, bijvoorbeeld om iets aan te duiden dat diep of intens kan zijn. In het Spaans wordt het woord "pozo" frequent gebruikt in zowel gesproken als geschreven contexten, vooral in technische en alledaagse situaties.
Voorbeeldzinnen:
- El agua del pozo es muy clara.
(Het water uit de put is heel helder.)
"Pozo" komt in verschillende idiomatische uitdrukkingen voor. Hier zijn enkele voorbeelden:
"Tirar dinero al pozo"
(Geld in de put gooien) betekent geld verspillen.
"No puedes seguir tirando dinero al pozo con esos proyectos fallidos."
(Je kunt niet blijven geld verspillen met die mislukte projecten.)
"Sacar agua de un pozo"
(Water uit een put halen) dat kan betekenen dat je erg hard werkt voor iets.
"Siempre están sacando agua de un pozo para hacer la cena en esas condiciones."
(Ze zijn altijd hard aan het werk om te koken in die omstandigheden.)
"Caer en un pozo"
(In een put vallen) wat meestal verwijst naar in een diepe emotionele of financiële crisis zitten.
"Desde que perdió su trabajo, parece que ha caído en un pozo de depresión."
(Sinds hij zijn baan verloor, lijkt het alsof hij in een put van depressie is gevallen.)
Het woord "pozo" heeft zijn oorsprong in het Latijnse woord "putus", wat "doorsnede" of "opening" betekent. Het is in de loop der tijd geëvolueerd om de betekenis van een diepe opening of put te omvatten.
Synoniemen: - Cueva (grot) - Agujero (gat)
Antonimi: - Elevación (verhoging) - Montículo (heuvel)