"Prado" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "prado" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is [ˈpɾa.ðo].
In het Nederlands kan "prado" vertaald worden als "weide" of "grasland". Het kan ook specifiek verwijzen naar een grote, groene ruimte, zoals een park.
In het Spaans verwijst "prado" naar een open veld of weiland, vaak bedekt met gras, dat gebruikt kan worden voor landbouw of als weide voor dieren. Het woord vindt regelmatig toepassing in zowel gesproken als geschreven context, en het wordt vaak gebruikt in gesprekken over natuur, landbouw en geografie.
En el verano, los prados están llenos de flores hermosas.
(In de zomer zijn de weilanden vol prachtige bloemen.)
Los caballos pastan en el prado mientras el sol se pone.
(De paarden grazen in de weide terwijl de zon ondergaat.)
Het woord "prado" wordt niet vaak gebruikt in specifieke idiomatische uitdrukkingen, maar kan in sommige contexten wel samenkomen met andere woorden. Hier zijn enkele voorbeelden:
"Ir al prado" – Dit kan in informele spraak worden gebruikt om te verwijzen naar het maken van een uitstapje naar de natuur.
(Iets als: "Naar het weiland gaan" in het Nederlands.)
"El prado de la vida" – Dit verwijst metaforisch naar het idee van het leven als een open veld vol mogelijkheden.
(Het weiland van het leven.)
Nos gusta ir al prado durante los días soleados.
(We gaan graag naar het weiland op zonnige dagen.)
En el prado de la vida, siempre hay nuevos caminos que explorar.
(In het weiland van het leven zijn er altijd nieuwe paden te verkennen.)
Het woord "prado" stamt af van het Latijnse "pratum", dat eveneens een weide of grasland betekent. Dit woord heeft zijn weg gevonden in verschillende Romaanse talen, waarbij de betekenis nagenoeg intact is gebleven.
Zo biedt "prado" een veelzijdig begrip binnen de Spaanse taal met verschillende toepassingen in betekenis, gebruik en culturele referenties.