programa de marcha (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Woordsoort
Het woord "programa" is een zelfstandig naamwoord en "marcha" is ook een zelfstandig naamwoord.
Fonetische transcriptie
"programa": /pɾo.ɣɾa.'ma/
"marcha": /'maɾ.tʃa/
Gebruik in het Spaans
"Programa de marcha" wordt gebruikt in de polytechnische context, met name in de context van programma's of plannen die te maken hebben met marsen of militaire marsen. Het wordt vaker in geschreven context gebruikt dan in mondelinge context.
Voorbeeldzinnen
El programa de marcha de la academia militar es muy exigente. (Het marsprogramma van de militaire academie is erg veeleisend.)
Los soldados están siguiendo el programa de marcha para mejorar su resistencia. (De soldaten volgen het marsprogramma om hun uithoudingsvermogen te verbeteren.)
Idiomatische uitdrukkingen
Salir de marcha: Feesten/gaan stappen.
Después de la semana de exámenes, salimos de marcha para relajarnos.
(Na de examenweek gaan we feesten om te ontspannen.)
Marcar el ritmo de la marcha: De leiding nemen.
El capitán marcó el ritmo de la marcha y todos lo siguieron.
(De kapitein nam de leiding en iedereen volgde hem.)
Marcha atrás: Achteruit gaan/teruggaan.
Tuve que dar marcha atrás en el proyecto porque hubo problemas técnicos.
(Ik moest het project heroverwegen vanwege technische problemen.)
Etymologie
"Programa" komt uit het Latijnse "programma", wat "publieke aankondiging" betekent.
"Marcha" komt uit het Latijnse "marcia", verwant aan "marchar" wat "lopen" betekent.
Synoniemen en antoniemen
Synoniemen voor "programa": plan, agenda, proyecto.
Synoniemen voor "marcha": caminata, desfile, paso.
Antoniemen voor "programa": desorganización, caos.
Antoniemen voor "marcha": parada, quietud, detención.