Het woord "prueba" is een zelfstandig naamwoord (vrouwelijk) in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "prueba" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈpɾweβa/.
Het woord "prueba" kan in het Nederlands vertaald worden als: - proef - test - bewijs
In het Spaans betekent "prueba" een test of een bewijs; het verwijst naar iets dat wordt gedaan om de kwaliteiten, prestaties of de waarheid van iets te evalueren. Het wordt veel gebruikt in formele en informele contexten en je vindt het zowel in geschreven als mondelinge taal. Het woord is vaak in gebruik in educatieve, juridische en medische contexten, wat bijdraagt aan de veelzijdigheid ervan. De gebruiksfrequentie is hoog.
De wiskundetest was deze keer moeilijk.
Necesito más pruebas para demostrar mi argumento.
Het woord "prueba" komt vaak voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans, die vaak verwijzen naar het testen van ideeën of situaties.
Er is geen bewijs zonder schuld.
A prueba de balas.
Kogelvrij (letterlijk 'tegen kogelproeven').
Poner a prueba la paciencia.
De geduld op de proef stellen.
La prueba del nueve.
De ultieme test of ultieme bewijs (letterlijk 'de test van negen').
Pasar la prueba.
De test doorstaan.
Hacer una prueba de fuego.
Het woord "prueba" komt van het Latijnse woord "proba", dat "proef" of "test" betekent. Het heeft zijn oorsprong in de wortel "probare", wat "testen" of "bewijzen" betekent.
Synoniemen: - ensayo (proef) - test (test) - verificación (verificatie)
Antoniemen: - certeza (zekerheid) - falsedad (valsheid) - desconfianza (wantrouwen)
Met deze informatie geeft "prueba" een breed begrip van zijn gebruik en betekenis binnen de Spaanse taal en cultuur.