"punta" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
/pun.ta/
De vertaling van "punta" naar het Nederlands is "punt". Het kan ook verschillende betekenissen hebben afhankelijk van de context, zoals "spits", "hoek", of "punt".
In het Spaans verwijst "punta" in de meeste gevallen naar het puntje of de spit van een voorwerp, zoals de punt van een potlood of een mes. Het kan ook figuratieve betekenissen hebben, zoals in de uitdrukking "a la punta" (op het punt) wat "aan het einde" of "in het hoogste punt" kan betekenen.
"punta" wordt veelvuldig gebruikt en komt zowel in gesproken als in geschreven contexten voor.
La punta del lápiz está afilada.
(De punt van het potlood is scherp.)
El barco se acercó a la punta de la isla.
(Het schip kwam dichter bij de punt van het eiland.)
"punta" komt in diverse idiomatische uitdrukkingen voor in het Spaans.
Dar en la punta – iets heel precies of verstandig doen.
(Hacer un comentario que da en la punta es muy útil.)
(Een opmerking die precies op de punt is, is zeer nuttig.)
Estar en la punta de la lengua – iets bijna vergeten of niet kunnen herinneren.
(La respuesta estaba en la punta de la lengua, pero no la pude recordar.)
(Het antwoord lag op het puntje van mijn tong, maar ik kon het niet herinneren.)
Punta de lanza – figuurlijk de voorhoede of het meest geavanceerde deel van iets.
(Nuestro equipo es la punta de lanza en la innovación.)
(Ons team is de voorhoede in innovatie.)
Het woord "punta" komt van het Latijnse woord "puncta", wat "punt" of "steken" betekent. Dit geeft aan dat de oorsprong van het woord gerelateerd is aan scherpte of een scherpe plaats.
Synoniemen: - Pico (spits) - Apéndice (aanhangsel)
Antoniemen: - Base (basis) - Fondo (bodem)
Deze informatie biedt een uitgebreid overzicht van het woord "punta", inclusief zijn betekenissen, gebruik, idiomatische uitdrukkingen, etymologie, en synoniemen/antoniemen.