Het woord "quehacer" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "quehacer" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is [ke.aˈθeɾ] in het Castiliaans en [ke.aˈseɾ] in Latijns-Amerika.
"Quehacer" kan vertaald worden naar het Nederlands als "taak", "verplichting" of "huiswerk".
In het Spaans betekent "quehacer" een taak of verplichting die moet worden uitgevoerd. Het wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar huishoudelijke taken, zoals schoonmaken, koken of andere dagelijkse activiteiten. De term heeft een frequent gebruik in zowel mondelinge als geschreven context, maar is meer gebruikelijk in spreektaal, vooral in gezinnen waar routinetaken worden besproken.
Yo tengo muchos quehaceres en casa hoy.
Ik heb vandaag veel taken in huis.
Los niños deben ayudar con sus quehaceres.
De kinderen moeten helpen met hun taken.
"Quehacer" komt vaak voor in idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele zinnen waarin het woord voorkomt:
No tengo tiempo para mis quehaceres.
Ik heb geen tijd voor mijn taken.
Hacer un quehacer a la vez puede ser más eficiente.
Een taak tegelijk doen kan efficiënter zijn.
A veces, los quehaceres del hogar pueden ser abrumadores.
Soms kunnen de huishoudelijke taken overweldigend zijn.
Es importante dividir los quehaceres con los compañeros de casa.
Het is belangrijk om de taken te verdelen met de huisgenoten.
Het woord "quehacer" is samengesteld uit "que", wat "dat" of "wat" betekent, en "hacer", wat "doen" betekent. Samen impliceert het de zaken die gedaan moeten worden, of taken die moeten worden uitgevoerd.
Synoniemen: tarea, obligación, labor, trabajo.
Antoniemen: descanso (rust), ocio (vrijetijdsbesteding).