raro - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

raro (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

"Raro" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans.

Fonetische Transcriptie

De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈraɾo/.

Vertaalopties voor Nederlands

"Raro" kan worden vertaald als "raar", " vreemd", of " ongewoon".

Betekenis en Gebruik

Het woord "raro" wordt in het Spaans gebruikt om iets aan te duiden dat ongebruikelijk, vreemd of in enige zin buiten de norm valt. Het kan verwijzen naar objecten, situaties of zelfs gedragingen. "Raro" wordt vaak gebruikt in informele taal én in schriftelijke contexten, waarbij het in gesproken taal frequenter voorkomt in alledaagse gesprekken.

Voorbeeldzinnen

  1. La película fue muy rara.
  2. De film was erg raar.

  3. Es raro ver a Juan tan temprano.

  4. Het is raar Juan zo vroeg te zien.

  5. Ese sonido suena raro.

  6. Dat geluid klinkt raar.

Idiomatische uitdrukkingen

"Raro" komt voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:

  1. Se siente raro en este lugar.
  2. Hij/zij voelt zich raar op deze plek.

  3. Es raro que no me hayas llamado.

  4. Het is raar dat je me niet gebeld hebt.

  5. Me parece raro que no haya noticias.

  6. Het lijkt me raar dat er geen nieuws is.

  7. Es raro ver a Marta sin su perro.

  8. Het is raar om Marta zonder haar hond te zien.

  9. Su comportamiento es un poco raro últimamente.

  10. Zijn/haar gedrag is de laatste tijd een beetje raar.

  11. No es raro que ocurran accidentes en esta carretera.

  12. Het is niet raar dat er ongelukken gebeuren op deze weg.

Etymologie

Het woord "raro" komt van het Latijnse woord "rarus", wat 'dun', 'spaarzaam' of 'zelden voorkomend' betekent. De evolutie van de betekenis heeft geleid tot de huidige associatie met unusualiteit en vreemdheid.

Synoniemen en Antonieten

Synoniemen: extraño (vreemd), inusual (ongebruikelijk), singular (enig).

Antoniemen: común (gewone, gebruikelijk), normal (normaal), habitual (gewoonlijk).



22-07-2024