"Ropa" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "ropa" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈropa/.
Het Spaanse woord "ropa" betekent "kleding" in het Nederlands.
"Ropa" verwijst naar kledingstukken in het algemeen. Het omvat verschillende soorten kleding, waaronder shirts, broeken, jurken, jassen, enzovoort. Het woord wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven Spaans, met een lichte voorkeur voor geschreven context, gezien de formele aard van het woord en het gebruik in advertenties en mode.
Voorbeeldzinnen:
- Me gusta comprar ropa nueva cada temporada.
(Ik houd ervan om elke seizoen nieuwe kleding te kopen.)
"Ropa" wordt vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele veelvoorkomende uitdrukkingen:
Sacar la ropa al sol.
(De kleding in de zon hangen.)
Betekent dat je iemand of iets in het openbaar bekritiseert.
Estar como un trapo.
(Eruit zien als een doek.)
Dit betekent dat iemand er niet goed uitziet of zich slecht voelt.
Vestirse de gala.
(In feestkleding kleden.)
Dit verwijst naar het zich mooi kleden voor een speciale gelegenheid.
Ropa interior.
(Onderkleding.)
Dit verwijst naar kledingstukken die onder de buitenkleding worden gedragen.
Echarle ropa encima.
(Er kleding overheen gooien.)
Dit betekent iemand onverwacht te beschamen of te belasten met iets.
Het woord "ropa" komt van het Latijnse "rauba," wat ook "kleding" of "stoffen" betekent. Het heeft door de tijd heen zijn betekenis behouden en is in het moderne Spaans verder ontwikkeld.
Synoniemen: - Vestimenta (kleding) - Atuendo (outfit)
Antonimen: - Desnudez (naaktheid) - Exposición (blootstelling)
Dit biedt een overzicht van het woord "ropa", inclusief betekenis, gebruik, idiomatische uitdrukkingen, etymologie en synoniemen.