"Rosca" is een zelfstandig naamwoord. In het Spaans kan het verwijzen naar een ringvormig broodje of een cirkelvormige structuur, afhankelijk van de context.
In het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) wordt "rosca" weergegeven als /ˈros.ka/.
"Rosca" kan in het Nederlands vertaald worden als "ring", "krans" of "kransje", afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt. Er is ook een specifieke vertaling voor "rosca de Reyes", wat "driekoningenbrood" betekent.
In het Spaans wordt "rosca" voornamelijk gebruikt om een cirkelvormig object of broodje te beschrijven. Het woord wordt vaak gebruikt in gastronomische contexten, maar ook in andere vormen van dagelijkse communicatie. De gebruiksfrequentie kan variëren; het is een algemeen woord dat zowel in gesproken als geschreven Spaans veel voorkomt.
En la fiesta, servimos una deliciosa rosca con chocolate.
(Op het feest serveren we een heerlijke rosca met chocolade.)
La rosca de Reyes se come el seis de enero en España.
(De rosca de Reyes wordt gegeten op zes januari in Spanje.)
"Rosca" wordt niet vaak gebruikt in veel idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele uitdrukkingen waarin het voorkomt:
Rosca de comunicación
Deze uitdrukking verwijst naar een situatie waarin er in een organisatie geen duidelijke communicatie is, wat kan leiden tot misverstanden.
(De "rosca de comunicación" in het team zorgde voor veel verwarring.)
Estar en la rosca
Dit betekent dat iemand in een comfortabele of veilige positie zit.
(Desde que consiguió el trabajo, está en la rosca.)
(Sinds hij de baan kreeg, zit hij in de roos.)
Het woord "rosca" komt van het Latijnse "rustica", wat "ring" of "krans" betekent. Het heeft zijn weg gevonden in verschillende Romaanse talen met vergelijkbare betekenissen.