Het woord "rotura" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "rotura" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is:
/roˈtuɾa/
"Rotura" wordt in het Nederlands meestal vertaald als "breuk".
In het Spaans betekent "rotura" een scheur, breuk of beschadiging in een object of materiaal. Het kan ook verwijzen naar een breuk in een relatie, een juridische kwestie, of een gezondheidsprobleem, afhankelijk van de context. Het wordt vrij frequent gebruikt in zowel mondelinge als geschreven taal, vooral in juridische, medische en technische contexten.
La rotura del cristal fue causada por el viento.
(De breuk van het glas werd veroorzaakt door de wind.)
La rotura de la relación fue dolorosa para ambos.
(De breuk in de relatie was pijnlijk voor beiden.)
Het woord "rotura" wordt soms gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn er een paar:
"Rotura de pactos"
De breuk van afspraken heeft gevolgen voor de samenwerking.
(De breuk van afspraken heeft gevolgen voor de samenwerking.)
"Rotura del silencio"
La rotura del silencio trajo consigo muchas verdades.
(De breuk van de stilte bracht veel waarheden met zich mee.)
"Rotura emocional"
La rotura emocional es difícil de superar.
(De emotionele breuk is moeilijk te overwinnen.)
"Rotura con el pasado"
Es importante tener una rotura con el pasado para avanzar.
(Het is belangrijk om een breuk met het verleden te hebben om vooruit te gaan.)
De oorsprong van het woord "rotura" ligt in het Latijnse woord "ruptura", wat "breuk" of "scheur" betekent. Het is ontleend aan het werkwoord "rumpere", wat "breken" betekent.
Synoniemen:
- ruptura (ook "breuk" in een andere context)
- quiebre (wanneer het gaat om een onderbreking)
- fractura (specifiek voor breuken in medische context)
Antoniemen:
- unión (verbinding)
- continuidad (continuïteit)
- estabilidad (stabiliteit)
Dit biedt een uitgebreide kijk op het woord "rotura" in verschillende contexten.