Het woord "rudo" is een bijvoeglijk naamwoord.
De fonetische transcriptie van "rudo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈruðo/.
"Rudo" kan in het Nederlands vertaald worden als: - Ruw - Grof - Onbeschaafd
In het Spaans betekent "rudo" meestal iets dat onbewerkte of onhandige kwaliteiten heeft. Het kan verwijzen naar een ruwe textuur, een ongepolijste manier van doen, of een onbeschaafde benadering. Het wordt vaak in zowel gesproken als geschreven context gebruikt, maar het is gebruikelijker in mondelinge communicatie wanneer men direct en zonder versiering wil spreken.
Voorbeeldzinnen:
- El material es muy rudo para hacer la ropa.
(Het materiaal is te ruw om de kleding te maken.)
- Su comportamiento fue rudo en la reunión.
(Zijn gedrag was onbeschoft tijdens de vergadering.)
"Rudo" komt in verschillende idiomatische uitdrukkingen voor. Hier zijn enkele voorbeelden:
Rudo como un lija: Gebruikt om iemand te beschrijven die zeer onbeschaafd of grof is.
Es tan rudo como un lija en su manera de hablar.
(Hij is zo ruw als schuurpapier in zijn manier van spreken.)
Tener un carácter rudo: Dit betekent dat iemand een moeilijk of onhandig karakter heeft.
A pesar de su carácter rudo, tiene un buen corazón.
(Ondanks zijn ruwe karakter heeft hij een goed hart.)
Lidiar con una persona ruda: Te maken hebben met iemand die agressief of onbeschoft is.
No es fácil lidiar con una persona ruda en el trabajo.
(Het is niet gemakkelijk om met een onbeschoft persoon op het werk om te gaan.)
Het woord "rudo" stamt af van het Latijnse "rudis", wat "ruw", "ongeschoold" of "onervaren" betekent. Deze betekenis heeft door de tijd heen een vergelijkbare invulling behouden in de Spaanse taal.
Synoniemen: - Áspero (ruw, scherp) - Grosero (grof, onbeschoft) - Tozudo (hardnekkig, koppig)
Antoniemen: - Suave (zacht) - Cortés (beleefd) - Refinado (verfijnd)