"Saber" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "saber" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /saˈβeɾ/.
In het Nederlands vertaalt "saber" zich meestal als "weten" of "kennen".
"Saber" betekent 'weten' of 'kennen' en wordt gebruikt om de kennis of het begrip van een feit, vaardigheid of informatie aan te duiden. Het is een veelvoorkomend werkwoord in de Spaanse taal en wordt zowel in gesproken als geschreven contexten gebruikt. De gebruiksfrequentie is hoog, aangezien het een fundamenteel woord is voor het communiceren van kennis en informatie.
No sé si tú sabes la respuesta.
(Ik weet niet of jij het antwoord weet.)
Ella sabe tocar el piano muy bien.
(Zij weet heel goed piano te spelen.)
"Saber" komt vaak voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
Saber de qué va la historia.
(Weten waar het verhaal om gaat.)
Saber a ciencia cierta.
(Weten met absolute zekerheid.)
Saber lo que te conviene.
(Weten wat jou goed doet.)
No saber ni jota.
(Er helemaal niet van weten.)
Saber un montón.
(Een heleboel weten.)
Saber cómo va el asunto.
(Weten hoe de zaken zijn.)
Het woord "saber" is afgeleid van het Latijnse woord "sapere," wat 'weten' of 'smaak hebben' betekent. Dit toont aan dat de oorsprong van het woord nauw samenhangt met het begrip van kennis en perceptie.
Synoniemen: conocer (leren kennen), entender (begrijpen), comprender (begrijpen).
Antoniemen: ignorar (negeren), desconocer (niet kennen).