"Sabio" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans, dat zowel in de mannelijke als vrouwelijke vormen wordt gebruikt (sabia voor vrouwelijk).
De fonetische transcriptie van "sabio" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /ˈsa.βjo/.
"Sabio" betekent "wijs" of "ervaren" en wordt vaak gebruikt om iemand te beschrijven die veel kennis of inzicht heeft. Het wordt in zowel gesproken als geschreven Spaans gebruikt, maar krijgt vaak meer nadruk in geschreven contexten, zoals boeken of formelere teksten.
Voorbeeldzinnen: 1. El anciano era un sabio en su comunidad. - De oude man was een wijze in zijn gemeenschap.
We hebben een wijze raad nodig om dit probleem op te lossen.
Ella es una mujer muy sabia que ha vivido muchas experiencias.
"Sabio" komt voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen die de betekenis van wijsheid of ervaring benadrukken.
Wetende dat hij niet weet, wordt de wijze wijzer.
"Con la sabiduría viene la tranquilidad."
Met wijsheid komt rust.
"Un sabio nunca deja de aprender."
Een wijze stopt nooit met leren.
"El sabio escucha, el necio habla."
De wijze luistert, de dwaas praat.
"Más sabe el diablo por viejo que por diablo."
Het woord "sabio" vindt zijn oorsprong in het Latijnse "sapiens", wat "wijs" of "verstandig" betekent.
Synoniemen: - Prudente (voorzichtig) - Erudito (geleerd) - Inteligente (intelligent)
Antoniemen: - Ignorante (onwetend) - Tonto (dom) - Necio (dwaas)