Het woord "saca" is een werkwoord. Het is de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd van het werkwoord "sacar", wat betekent "nemen" of "halen".
De fonetische transcriptie van "saca" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is [ˈsaka].
In het Spaans betekent "saca" letterlijk "hij/zij neemt" of "hij/zij haalt". Het wordt vaak gebruikt in verschillende contexten, afhankelijk van de situatie. Het gebruik is gebruikelijk zowel in gesproken als geschreven Spaans, maar het kan vaker voorkomen in conversaties gezien de eenvoud van het woord.
"Ella saca la basura todos los días."
"Zij haalt elke dag het afval weg."
"Él saca buenas notas en sus exámenes."
"Hij haalt goede cijfers op zijn toetsen."
Het woord "saca" komt ook voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans.
"Sacar algo de la manga."
"Iets uit de mouw halen." (Betekent iets onverwachts of onverwachts presenteren.)
"Sacarse un peso de encima."
"Een gewicht van de schouders halen." (Betekent verlichting of opluchting ervaren.)
"Sacar las garras."
"De klauwen tevoorschijn halen." (Betekent om agressieve of verdedigingstactieken te tonen.)
Het werkwoord "sacar" stamt af van het Latijnse woord "saccāre", wat betekent "halen" of "uitnemen". Dit woord is verwant aan andere Romaanse talen waar vergelijkbare woorden te vinden zijn.