"Sacar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "sacar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /saˈkaɾ/.
"Sacar" kan in het Nederlands worden vertaald als "halen", "nemen", "verwijderen" of "trekken", afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt.
"Sacar" betekent in het Spaans meestal "halen", "nemen" of "verwijderen". Het wordt vaak gebruikt in verschillende contexten, zoals het verkrijgen van iets of het verwijderen van iets. De frequentie van het gebruik van "sacar" is hoog, zowel in gesproken als geschreven Spaans.
Español: Necesito sacar dinero del cajero automático.
Nederlands: Ik moet geld uit de geldautomaat halen.
Español: Ella decidió sacar la basura antes de que llegaran los invitados.
Nederlands: Ze besloot de vuilnis weg te halen voordat de gasten aankwamen.
"Sacar" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen.
Sacar provecho
Español: Es importante sacar provecho de cada oportunidad que se presente.
Nederlands: Het is belangrijk om elk geboden kansen te benutten.
Sacar la lengua
Español: El niño se rió y decidió sacar la lengua a su amigo.
Nederlands: De jongen lachte en besloot zijn tong naar zijn vriend uit te steken.
Sacar de quicio
Español: Su actitud a veces puede sacar de quicio a cualquiera.
Nederlands: Zijn houding kan soms iedereen op de zenuwen werken.
Sacar a la luz
Español: Vamos a sacar a la luz los problemas que tenemos en la empresa.
Nederlands: We gaan de problemen die we in het bedrijf hebben aan het licht brengen.
Het woord "sacar" komt van het Latijnse woord "saccāre", dat betekent "uit een zak halen" of "ten laste van". De ontwikkeling van het woord gaat terug naar de tijd van het middeleeuwse Spaans.
Synoniemen: - Extraer (extraheren) - Obtener (verkrijgen) - Retirar (verwijderen)
Antoniemen: - Poner (zetten/plaatsen) - Meter (insteken/binnenbrengen)